maandag 15 juli 2013

LA PAZ & TITICACA


Het is alweer ruim 3 weken geleden dat we aankwamen in La Paz. Ondanks dat we de meest luxe versie van de 10 uur durende trip van Cochabamba naar La Paz hebben geboekt, is het een vreselijke rit. De WC is afgeplakt, dus die mogen we niet gebruiken (als ik het echt niet meer houd, breek ik gewoon stiekem in. Iets wat de busboy niet bepaald op prijs stelt en me de rest van de rit alleen maar boos aankijkt), de mensen achter ons stinken zo vreselijk dat we de ruimte tussen de stoelen uiteindelijk dichtmaken met sjaals en vesten. De stoel voor Roel is kapot en ligt zowat bij hem op schoot. En de busboy is ongelooflijk onbeschoft. Dus als we om 7 uur 's ochtends, zonder slaap, eindelijk op het vieze, dan al drukke busstation staan willen we zo snel mogelijk naar het hostel. (eerst even rennen naar de WC, want inmiddels plas ik weer bijna in mn broek. Een WC waar héél veel vrouwen staan te wachten. Waar mensen hun haar wassen in de wasbak. Waar je voor moet betalen, maar die zo ontzettend vies is dat ik haast moet overgeven. Vol met plas, poep op de randen. Bah bah bah!). Het hostel zou 5 minuten lopen zijn van het station, maar een taxichauffeur wijst ons de verkeerde kant op, waarna we hopeloos verdwalen. We houden een andere taxi aan die ons afzet bij de verkeerde straat. Hij wijst ons een steile trap naar boven, als we die op gaan zijn we bij het hostel. Hij vraagt veel te veel geld en heeft ook nog eens niet terug van het geld dat we hem geven. Gelukkig loopt er een Engelse mevrouw langs, die al snel begrijpt wat er aan de hand is, en de taxi voor ons betaald. Komen we haar nog eens tegen mogen we haar terug betalen, anders is het goed. Ontzettend lief en een redder in nood! Eenmaal boven aan de steile trap (kapot! we zitten hier weer erg ver boven zeeniveau en adem halen is dus weer een luxe ipv een vanzelfsprekendheid) blijkt er geen hostel te zitten. Na wat navragen blijken we er zelfs een heel eind vandaan. Vieze oplichter, die taxichauffeur! We pakken een nieuwe taxi, waar we van te voren duidelijke afspraken mee maken, en komen veilig aan bij het hostel. Eindelijk tijd om te slapen! 


We zijn van plan te slapen tot een uur of 12 en dan de stad in te gaan, maar worden pas rond 5 uur in de middag wakker. We blijven lekker in bed liggen, de kamer heeft kabeltelevisie en ons lievelingsnet zendt een Big Bang Theory marathon uit. Dus ergens tegen de avond stappen we pas onder de douche (koud!!) en rond 21:30u komen we in het centrum aan om te eten. Alleen kunnen we nergens meer eten. Alles sluit om 22u en ze serveren overal alleen nog maar koffie! Dus we nemen een bak koffie en een lemonpie (mmm!) en zoeken met de wifi van het restaurant naar een plek die er altijd voor ons is in deze moeilijke tijden: Burger King! En uiteraard is die te vinden in deze grote stad, nog geen 3 blokken bij ons vandaan. En zo sluiten we de eerste dag in La Paz toch nog goed af. 
We besluiten de tijd in La Paz te gebruiken voor iets wat Desiree me aanraadde voordat ik vertrok: Neem af en toe vakantie van je reis. We doen zoveel, reizen zoveel, zijn steeds weer op een andere plek, we maken zoveel mee, zoveel indrukken, zoveel belevenissen, dat het allemaal een hoop energie kost om te verwerken. En stiekem heb ik nu ook een beetje heimwee. Een avondje op de bank met de poezen op schoot, of een date met mijn vriendinnen. Mijn kledingkast... :) Niet dat ik naar huis wil, het reizen is geweldig! Maar even 1 dagje heen en weer naar thuis en de vertrouwde wereld en dan snel weer terug naar hier.  Onmogelijk, dus doen we in La Paz even een pas op de plaatst. We verkassen van het busstation-hostel naar een hostel dichterbij het centrum waar we de rest van de tijd bijven. Het is een heel fijn hostel met warme douches, een bar en gezamenlijke ruimte met televisie, muziek, een pooltafel en een tafeltennistafel. Het ligt hoog en in de tuin is het altijd zonnig. We komen ook Paul (je weet wel, van San Pedro) weer tegen in dit hostel. We gebruiken de tweede dag in La Paz om om te spreken met wat oude bekenden. 's Middags drinken we wat in de English Pub met Sarah (van de Uyuni-tour) en een jongen uit haar hostel: Connor. Er is voetbal op TV en we krijgen gratis shots en zo is het al snel veel te gezellig en veel te laat en missen Sarah en Connor bijna hun bus naar Copacabana. Roel en ik lopen nog wat rond in de stad, die druk maar toch wel tof blijkt te zijn, en ik eet een lasagna met lama-vlees. Ik proef geen verschil met gewoon gehakt, volgende keer ga ik toch maar voor de lama-tournedos om de smaak écht te proeven. Roel eet niks, die voelt zich niet zo lekker. Dus ons drankje met Paul, die als volgende op de planning staat, houden we kort. Het is leuk hoe je steeds dezelfde mensen weer tegenkomt en een soort kortdurende vriendschappen sluit. Waardevol op hun eigen manier. 



De dag erna bezoeken we, na een uitgebreide late lunch uiteraard, het cemetario van La Paz. Het is niet zo ver lopen volgens Google Maps, maar het is een lange straat omhoog en dus een aardige klim. De klim begint bij de heksenmarkt en loopt zo langs vele kraampjes en marktjes naar boven. We zien alle mogelijke dingen die je kan verkopen voorbij komen. Van groenten en fruit naar zelfgebreide babykleertjes en eierdopjes tot gedroogde lama-embryo's die ik toch wel heel luguber vindt. Het cemetario opzich vind ik niet heel bijzonder, waarschijnlijk omdat ik het grote Cemetario de Recoleta al gezien heb in Buenos Aires. Er staan muren, soms wel zo hoog als een appartementencomplex, met daarin urnen en gedenkstenen en bloemen en foto's. Het schijnt dat de graven hier na een bepaalde periode worden geruimd en dat de nabestaanden er dan voor kiezen om het lijk alsnog te laten cremeren zodat ze het op deze manier kunnen blijven bezoeken. 





Vrijdag  gaan we op sourvenirjacht voor de mensen thuis. Met de vele winkels en markten is La Paz de beste plek om dat te doen. Dus we struinen de straten af op zoek naar voor al onze loved ones iets kleins, maar persoonlijks, en de onweerstaanbare schattigheden voor de kleintjes nog op komst (ik word 2x tante in september!). Oh, en ik vertel natuurlijk niet wat we allemaal gekocht hebben! ;) Het verkeer in La Paz is druk en onvoorspelbaar. Zebrapaden liggen er vooral voor de sier en daarom is er iets briljants uitgevonden: Levende zebrapaden! Mensen verkleed als zebra houden de auto's tegen en laten de voetgangers door. In tegenstelling tot de rest van de verkeersregels worden deze 'zebra's' wel gerespecteerd en dat maakt het een perfecte uitvinding! De vrijdagavond in het hostel is erg gezellig. We hangen in de bar en spelen tafeltennis en pool met Paul. Bob Marley op de achtergrond. Heerlijk! 's Nachts is er nog een feest in een partyhostel in de buurt, maar die slaan wij even over. Misschien morgen...  




Zaterdag gaan we 'ontbijten' (lees: eind van de middag) met Paul in een Nederlands tentje wat we eerder die week ontdekt hebben. Roel en ik hebben er toen bitterballen gegeten, vandaag gaan we met z'n 3-en voor de pannenkoek met spek en een appeltaart na. 



Roel en ik willen Death Road (de mountainbiketour, later meer!) boeken, maar de touroperator is dicht. Paul gaat terug naar het hostel en Roel en ik gaan op zoek naar een alpaca wollen trui voor onszelf. Die zijn hier bizar goedkoop en heel hip onder backpackers! Ondanks het zonnetje is het hier koud: Overdag een graad of 12, 's nachts rond het vriespunt. We slagen allebei na een lange zoektocht en belanden eind van de middag  weer in... de English Pub. Het bier vloeit rijkelijk en we krijgen weer gratis shots. Hoe later het wordt hoe drukker en gezelliger het is om ons heen en we besluiten er ook wat te eten. Eindelijk weer eens steak, niet zo goed als in Argentinië, maar erg close. We hebben goede gesprekken en diepe conversaties met z'n 2-en, en dan sluit er zo'n Nederlandse opdringerige kerel op zoek naar vrienden bij ons aan. Hij kletst wat met Roel, de gratis wodkashots beginnen op dat moment bij mij flink aan te slaan en waarschijnlijk uit gebrek aan beter vermaak word ik doodziek en eindig ik op mn knieen boven de WC van de pub... Tijd om naar huis te gaan! Waar ik snel in bed kruip, maar nog de hele nacht doodziek ben... Ik begin me op een gegeven moment zelfs af te vragen of dit wel de drank is. Of het eten. Of een nieuw virus. Ik ben nooit ziek van drank! 


De volgende dag ben ik op mn allerbrakst en we doen het dus maar heel rustig aan. Godzijdank hebben we Death Road niet voor vandaag geboekt! Maandag is de grote dag en dus gaan we zondag, na nog wat potjes poolen, heel vroeg naar bed. 
En dan is het zover: Death Road. Ik heb thuis op mijn allerhardst geroepen dat ik écht niet zou gaan mountainbiken op reis, omdat ik mountainbiken haat. Haat, ja. Maar door alle enthousiaste verhalen van anderen ben ik toch weer te benieuwd en vergezel ik Roel alsnog op de weg des doods. We zijn allebei bang en opgewonden tegelijk (Roel zegt nu: 'Ik was echt niet bang'). Om 7:15u worden we opgehaald en na lang wachten - er gaat één en ander mis bij het ophalen van alle fietsgenoten - staan we dan op de top van de berg. 4800m hoogte, tussen de ijstoppen. We krijgen een speciaal pak aan en een helm. Geen handschoenen, helaas. Het eerste stuk is over asfalt, de gidsen noemen dat 'infietsen'. We gaan met grote snelheid naar beneden, onwijs tof! Maar door de kou, het vriest daar, doen mijn handen vreselijk zeer. Als we stoppen zijn ze rood en opgezwollen en ik weet een soort niet waar ik het zoeken moet. In combinatie met het weinige zuurstof in de lucht op deze hoogte raak ik bijna in paniek en van de gids mag ik niet verder fietsen en moet ik een stukje mee in de bus. Ik zit daar een beetje waus voor me uit te kijken, die altitude doet rare dingen, met mn helm nog op, ik denk dat het er heel grappig heeft uitgezien voor de chauffeur. De rest van de groep ploetert nog even door in de regen (ben ik blij dat ik droog zit!) en dan zijn we al bij het punt waar het ontbijt op ons staat te wachten. Daarna rijden we door naar de echte Death Road. Het blijkt een échte mountainbikeweg te zijn en ik voel me zwaar genaaid door als die enthousiastelingen die zeiden dat het wel mee viel. Ik ben namelijk niet bang voor de afgronden (het uitzicht is werkelijk fantastisch) of voor de snelheid (de hele weg is downhill),  maar ik haat mountainbiken. Ik haat hobbelige wegen, gaten in de weg en stenen op de grond! Ik krijg er hoofdpijn van en mijn handen doen pijn van het remmen en mn billen doen pijn van het gehobbel... Argh! Ik ben ontzettend chagerijnig en tot mijn grootste verbazing blijkt bij de eerste stop dat iedereen het leuk vindt. Roel ook. Heel raar! ;) Een aantal keer overweeg ik om gewoon de afgrond in te fietsen, 400 meter naar beneden lijkt me een mindere hel dan deze vreselijke weg. Can you imagine? Ik hobbel ergens achteraan met mijn gezicht op onweer. Roel is een echte heer en blijft ook achteraan hangen om mij in de gaten te houden. Alleen het laatste kwartier gaat hij voluit. En ik zal eerlijk toegeven, de stukken waarop de weg iets minder hobbelig is zijn ook tof. En je vliegt van de ijstoppen naar beneden het regenwoud in en de omgeving is prachtig. En ok, als je het laatste stuk naar beneden rijdt en je komt aan bij het eindpunt en je beseft dat je het toch maar mooi gedaan hebt, geeft dat wel een kick. Maar het was voor mij één keer en nooit meer. Fietsen, prima. Downhill naar beneden racen, ook goed. Maar ik ga nooit meer op een mountainbike zitten als er geen asfalt ligt! 
Roel vond het overigens supertof en heeft er van genoten. Net als de rest. 













's Avonds eten we wat in het hostel en vallen we opvallend vroeg in slaap. De volgende dag word ik wakker met pijn in mijn polsen en knieën. Stomme Death Road, waar ben ik aan begonnen? Dus we sluiten onze vakantie tijdens onze reis af met nog een laatste chilldagje. Beetje lunchen in de zon, wandelingetje door de stad, potje pool en tafeltennis in het hostel en eindelijk dat Indiase diner wat de Lonely Planet aanraadt en wat we al de hele week van plan zijn... Yum! 





Woensdagochtend vroeg hebben we, na ruim een week La Paz, de bus naar Copacabana. Het is maar 4 uurtjes reizen, maar helaas heb ik weer een darmvirus opgepikt waar de dagen ervoor flink last van heb gehad. Ik hoop dat als ik voor vertrek naar de WC ben geweest ik de 4 uur door moet komen, maar in de bus krijg ik toch weer heel veel kramp. Gelukkig moeten we overstappen op een boot om Lake Titicaca over te steken, en is daar een baño. Ik heb me zelden zo beroerd gevoeld, onderweg naar de WC heb ik het gevoel alsof ik ieder moment flauw kan vallen. Niet leuk! De bootreis is kort, maar super. Het uitzicht is prachtig en het meer is zo groot. Een voorproefje van wat ons de komende dagen te wachten staat! Terwijl wij in een bootje het meer overvaren, zien we naast ons de bus ook op een bootje staan. Ziet er gek uit, die grote bus, op zo'n klein bootje op dat enorme meer! 




In Copacabana worden we opgewacht door iemand van het hotel om ons en onze bagage op te halen met een busje, wat een luxe! Het hotel blijkt sowieso erg fijn:  de hele dag door gratis water, cocathee en fruit, een ontzettend uitgebreid ontbijt met scambled eggs, fruit salade, een pannenkoek, thee en sap, een kamer met eigen badkamer en WC (en 1 van de 2 dagen zelfs warm water! ;)). Het dorp is ook heel relaxed. Klein, rustig, knus, zonnig. Toeristisch, maar niet op een al te opdringerige manier. Als we 's middags langs het meer wandelen voel ik me ultiem ontspannen. Ik weet niet of het de geur is van het water, de zon, het gevoel van de kiezels onder mijn voeten, of het geluid van de golven, maar ik waan me bijna even 'thuis', bij mijn moeder in Spanje. 








's Avonds wordt Roel niet lekker - griep - en dat maakt dat we een dag langer in Copacabana blijven. Hij brengt de dag grotendeels door in bed, ik sleep hem alleen even naar buiten voor een fruitsapje in de zon. Gelukkig is hij de dag erna weer opgeknapt en nemen we de boot naar het prachtige Isla del Sol. 


We nemen de boot van 13:30u en blijven een nachtje slapen op het eiland. We zijn van plan de boot naar het noorden te nemen en dan naar zuiden te lopen, waar ook ons hostel zit. Een wandeling van 4 uur. Maar eenmaal op de boot blijkt dat we alleen aan de zuidkant stoppen, dus die wandeling gaat niet door.  We varen 1,5 uur, een mooie boottrip langs onbewoonde eilanden en in de verte weer die mooie witte toppen van het Andesgebergte. We zitten toevallig met een stel uit Utrecht aan dek die Peru en Bolivia in een maand rondreizen. Wat een geluk hebben wij dan met onze 4 en 6 maanden! Het is een heel leuk stel en we hebben een goede klik, maar helaas scheiden onze wegen weer zodra we op het eiland aankomen. We hebben de hele dag (en een nacht), zij doen de tour in anderhalf uur en hebben dan de boot weer terug. 







Het eiland is prachtig. Midden op het meer een stukje natuurschoon met een geweldig uitzicht. Het eiland bestaat uit Inca-trappen, steil omhoog, en ons hostel is op het hoogste punt. Het is een vermoeiende tocht van 1,5 uur met voor mij vele rustmomenten om even op adem te komen, maar het is de moeite zeker waard. Wat is het prachtig als je boven staat!! Het uitzicht aan beide kanten, aan de ene kant een verlaten stuk van het eiland, het water en de rust. Aan de andere kant het dorp en de bootjes op het water en de Andes in de verte... Traditioneel geklede mannen en vrouwen die door de bergen klimmen met lama's, de weg die verspert wordt door 4 ezels... 







Ons hostel is bizar goedkoop, maar we krijgen een kamer met eigen badkamer en een bijna onwerkelijk uitzicht. Roel en ik hebben allebei het gevoel dat dit de mooiste plek is die we tot nu hebben gezien. We spelen Yatzee op het balkon van het hostel bij zonsondergang en wandelen nog even door het dorpje (en ik vind eindelijk een ezel om te aaien, jeuuj!) om de zon uiteindelijk op het uitzichtpunt écht in de zee te zien zakken. Schitterend! 
Tijdens onze wandeling zien we tussen alle toeristentrekkende restaurantjes een bordje naar een klein restaurant een stuk het bos in, waar de chef verse, vegetarische gerechten maakt. We besluiten er in het donker (spannend) heen te lopen en vinden het verlaten hutje zonder stroom op de rand van de top. Er staan maar 3 gerechten op de kaart en het kan lang duren, hij gaat het namelijk ter plekke helemaal bereiden. Geweldig! We nemen de vegetarische pizza. Terwijl we wachten krijgen we popcorn als voorgerecht en zitten met meerdere kaarsen op tafel aan het raam. Heel romantisch en gezellig en de pizza vol groenten is heerlijk! Een bijzondere avond, op dit mooie eiland. En dan moeten we door het pikkedonker weer terug. Een prachtige sterrenhemel a la San Pedro de Atacama boven ons en we schrikken ons rot van een ezel die hard begint te balken als we langslopen. Classic! 

















Het is inmiddels ook steenkoud, dus terug in het hostel kruipen we snel in bed. De volgende dag gaat namelijk al weer vroeg te wekker. Om 9 uur vertrekken we weer naar beneden. De Inca-trappen af gaat waarschijnlijk sneller dan op, maar om 10:30u gaat de boot terug, dus we nemen het zekere voor het onzekere. We hebben geen tijd meer om te ontbijten in het hotel en achteraf gelukkig, want ruim op tijd beneden zit daar een spotgoedkoop ontbijttentje aan het water, midden in de zon. Goodlife! 






Onze boot vertrekt bijna een half uur te laat, Boliviaanse tijd laten we maar zeggen. :) We komen om 12:30u aan en moeten haasten, want om 13:30u gaat de bus naar Puno. Snel onze tassen ophalen in het hotel, wat broodjes halen voor onderweg en onze laatste Bolivianos besteden, want Puno ligt in Peru. De grensovergang gaat soepel en yes, weer een nieuwe stempel in ons paspoort! Dit is de 5e sinds vertrek, voor Roel de 6e, en het begint er aardig imposant uit te zien. ;) Het verschil tussen Bolivia en Peru is een stuk minder groot dan de voorgaande cultuurschokken, eenmaal in Puno merken we wel dat Peru meer geciviliseerd is. Goede wegen, modernere winkels en gebouwen. Bussen met een WC. En daar waar de Bolivianen vooral erg bescheiden zijn, zijn de Peruanen veel brutaler en bijna agressief als ze je iets willen verkopen. We komen aan in Puno met nog geen enkele Nuevo Sol op zak. En dan blijkt de pinautomaat op het station niet te werken. Sta je dan met al je tassen, in een nieuw dorp in een onbekend land, zonder geld. Gelukkig vinden we een taxichauffeur die met ons naar een pinautomaat wil rijden en dan doorrijdt naar het hostel. Hij probeert ons niet eens op te lichten en wij geven hem per ongeluk veel te veel fooi...  


Over Puno kan ik eigenlijk heel kort zijn: een leuk dorp aan de Peruaanse kant van Titicaca, maar het komt niet in de buurt van Copacabana. De tour naar de 'drijvende eilanden' wordt afgeraden, zowel door andere backpackers die het al gedaan hebben als door de Lonely Planet. Het stelt weinig voor en wordt toeristisch compleet uitgebuit, dus die slaan we over. We blijven 2 dagen in Puno, waarvan we één dag het dorp verkennen en één dag wandelen langs het meer (en één van de vele gekleurde taxi-wagentjes terug naar het centrum nemen). Het meer is veel viezer en minder indrukwekkend dan aan de Boliviaanse kant. In Puno kun je wel heel lekker eten, veel restaurants bieden een 'toeristenmenu' aan. Zo eten we alle dagen een 3-gangen diner voor 6 euro per persoon (en kunnen we bij één van de restaurants ook nog gratis poolen!). Het zijn kleine porties met de keuze uit plaatselijke gerechten. Ik eet een keer lama-tournedos en een keer lama op de grill. Yum! Bijzonder, en vooral dat eerste heeft wel wat weg van wild! 







Puno was leuk voor 2 dagen, maar als je weinig tijd hebt mis je er niet veel aan. Die laatste dag is een lange dag om door te komen, maar uiteindelijk vertrekken we om 22u met de nachtbus naar Cuzco. Cuzco en de Machu Picchu.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten